Je ziet steeds vaker speedpedelecs op straat. Elk jaar stijgen de inschrijvingen. Speedpedelecs zijn een vrij nieuw vervoermiddel en moeten sinds 2018 officieel geregistreerd worden. Maar er zijn nog veel vragen over het gebruik. Zijn het fietsen of bromfietsen? En waar mogen ze rijden?
Een speedpedelec lijkt op een gewone elektrische fiets, maar kan tot 45 km/uur gaan met trapondersteuning. Dat zorgt soms voor verwarring of zelfs conflicten met andere weggebruikers. De regels veranderen ook regelmatig. Veel gebruikers weten daardoor niet goed waar ze mogen rijden of wat verplicht is qua uitrusting. Daarom leggen we de belangrijkste regels nog eens uit.
Wat is een speedpedelec volgens de wet?
Volgens de Belgische wet is een speedpedelec een speciaal type bromfiets, klasse L1eB. Ze worden ook wel 'snelle elektrische fietsen' genoemd. Ze hebben maximaal twee wielen en pedalen, en geven trapondersteuning tot 45 km/u. Trapondersteuning betekent dat de motor je helpt tot die snelheid, maar niet sneller.
De meeste speedpedelecs hebben een motor van maximaal 4 kW. Door de hogere snelheid valt een speedpedelec wettelijk niet onder 'fiets', maar onder 'bromfiets klasse P'.
Waar mag je rijden met een speedpedelec?
Uit gesprekken met gebruikers blijkt dat er vaak verwarring is over waar ze mogen rijden. In het algemeen gelden de verkeersregels voor bromfietsen ook voor speedpedelecs.
Ze mogen op het fietspad rijden als de maximumsnelheid op de weg 50 km/uur of minder is. Als de snelheid hoger ligt, moeten ze op het fietspad rijden als dat er is.
Er zijn verschillende soorten fietspaden met elk hun eigen verkeersbord:
- Verkeersbord D7: hier mogen speedpedelecs rijden
- Verkeersbord D9: sinds 1 oktober 2022 mogen speedpedelecs hier ook rijden
- Verkeersbord D10: hier mogen speedpedelecs niet rijden
In een zone 30 moeten speedpedelecs zich aan die snelheidslimiet houden. In fietsstraten en schoolstraten gelden dezelfde regels als voor gewone fietsers.
Op alle fietspaden moeten bestuurders van een speedpedelec rekening houden met andere weggebruikers. Ze mogen geen gevaar vormen en moeten hun snelheid aanpassen als dat nodig is.
Wat zijn de algemene regels?
Om met een speedpedelec te rijden moet je minstens 16 jaar zijn. Je hebt een rijbewijs AM (bromfiets) of B (auto) nodig. Mensen die geboren zijn vóór 15 februari 1961 mogen zonder rijbewijs rijden.
Net als bij een bromfiets mag je geen aanhangwagen met mensen trekken. Kinderen ouder dan 3 jaar mogen wel mee in een kinderzitje.
Een helm is verplicht. Je mag kiezen tussen een fietshelm of een bromfietshelm. Als je een fietshelm kiest, moet die voldoen aan de EN1078-norm én de slapen en het achterhoofd goed beschermen. In de helm moet ook staan: “Helmet for S-EPAC cyclists”. Dit betekent dat de helm geschikt is voor snelle elektrische fietsen.
Moet je een verzekering hebben?
Als de speedpedelec zelfstandig kan rijden zonder dat je trapt (dus met een 'autonome stand'), dan moet je een verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor bromfietsen hebben.
Heb je geen autonome stand? Dan is een gewone familiale verzekering voldoende. Een duwhulp om je fiets uit de garage te duwen telt niet als autonome stand.
Bij een ongeval met een speedpedelec moet je altijd een aanrijdingsformulier invullen.
Met je speedpedelec op Vlaamse jaagpaden
Binnenkort mag je op alle Vlaamse jaagpaden met je speedpedelec. Op sommige plekken is dat nu al het geval. De Vlaamse Waterweg, die de jaagpaden beheert, plaatst dit voorjaar op alle jaagpaden aangepaste verkeersborden. Om het veilig te houden is de snelheid op de jaagpaden voor iedereen beperkt tot maximum 30 km/uur.
