Vanaf 1 januari geldt er ook een rookverbod in bepaalde publiek toegankelijke plaatsen in openlucht. Tot 31 december mocht je niet roken in gesloten publiek toegankelijke ruimtes, vanaf 1 januari mag je op een aantal plaatsen in openlucht ook niet meer roken en vapen.
Je mag niet meer roken en vapen op speelterreinen, sportterreinen (skateparken, sportvelden, stadia), in attractieparken, dierentuinen en kinderboerderijen.
Je mag ook niet roken en vapen in een straal van 10 meter rond in- en uitgangen van woonzorgcentra, centra voor kortverblijf, rust- en verzorgingstehuizen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang, scholen (ook voor deeltijds onderwijs) en bibliotheken.
Waarom is dat rook- en dampverbod uitgebreid?
De wetgeving is bedoeld om te voorkomen dat kinderen en jongeren gaan roken en vapen. Zien roken, doet roken. Als je mensen ziet roken en vapen, wordt dat als ‘normaal’ beschouwd. Als kinderen minder rokers en vapers zien, worden ze weerbaarder en gaan ze minder snel zelf beginnen roken.
Wat kan jij als organisatie zelf doen?
- Spreek mensen aan: Als iemand toch rookt op een verboden plek, kan dat een boete opleveren voor hen én voor jouw organisatie. Spreek hen daarom consequent aan.
Tips hierover vind je op gezondleven.be. - Pas je reglementen aan door de volgende regel toe te voegen: “Conform de wet van 22 december 2009 betreffende een regeling voor rookvrije plaatsen is ons terrein rookvrij. Dat wil zeggen dat er op ons terrein nergens mag worden gerookt (behalve in een rookzone).”
- Informeer bezoekers. Vertel leden, ouders en bezoekers over het rookverbod en wat je van hen verwacht.
Gepubliceerd op
maandag 30 december 2024
15 uur
